De of het snelheidsbeperking? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord snelheidsbeperking? Is het de snelheidsbeperking of het snelheidsbeperking? Het juiste lidwoord dat je voor het woord snelheidsbeperking moet gebruiken is:
De snelheidsbeperking
Aanwijzend voornaamwoord snelheidsbeperking
Dit of deze snelheidsbeperking: deze snelheidsbeperking
Dat of die snelheidsbeperking: die snelheidsbeperking

Bezittelijk voornaamwoord snelheidsbeperking
Onze of ons snelheidsbeperking: onze snelheidsbeperking
Jouw of jou: jouw snelheidsbeperking

Elke of elk snelheidsbeperking?
Elke snelheidsbeperking
Gerelateerd aan snelheidsbeperking