Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord snelfilter? Is het de snelfilter of het snelfilter? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord snelfilter kunt gebruiken zijn:
De snelfilterHet snelfilter
Aanwijzend voornaamwoord snelfilter
Dit of deze snelfilter:
dit snelfilter / deze snelfilter
Dat of die snelfilter:
dat snelfilter / die snelfilter
Bezittelijk voornaamwoord snelfilter
Onze of ons snelfilter:
onze snelfilter / ons snelfilter
Jouw of jou: jouw snelfilter
Elke of elk snelfilter? Elke snelfilter / elk snelfilter