De of het sneldicht? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord sneldicht? Is het de sneldicht of het sneldicht? Het juiste lidwoord dat je voor het woord sneldicht moet gebruiken is:
Het sneldicht
Aanwijzend voornaamwoord sneldicht
Dit of deze sneldicht: dit sneldicht
Dat of die sneldicht: dat sneldicht

Bezittelijk voornaamwoord sneldicht
Onze of ons sneldicht: ons sneldicht
Jouw of jou: jouw sneldicht

Elke of elk sneldicht?
Elk sneldicht
Gerelateerd aan sneldicht