De of het slagvaardigheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord slagvaardigheid? Is het de slagvaardigheid of het slagvaardigheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord slagvaardigheid moet gebruiken is:
De slagvaardigheid
Aanwijzend voornaamwoord slagvaardigheid
Dit of deze slagvaardigheid: deze slagvaardigheid
Dat of die slagvaardigheid: die slagvaardigheid

Bezittelijk voornaamwoord slagvaardigheid
Onze of ons slagvaardigheid: onze slagvaardigheid
Jouw of jou: jouw slagvaardigheid

Elke of elk slagvaardigheid?
Elke slagvaardigheid
Gerelateerd aan slagvaardigheid