De of het slaaptijd? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord slaaptijd? Is het de slaaptijd of het slaaptijd? Het juiste lidwoord dat je voor het woord slaaptijd moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord slaaptijd
Dit of deze slaaptijd:
deze slaaptijd
Dat of die slaaptijd:
die slaaptijd
Bezittelijk voornaamwoord slaaptijd
Onze of ons slaaptijd:
onze slaaptijd
Jouw of jou:
jouw slaaptijd
Elke of elk slaaptijd?Elke slaaptijd
Gerelateerd aan slaaptijd