De of het Sint-Maarten? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord Sint-Maarten? Is het de Sint-Maarten of het Sint-Maarten? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord Sint-Maarten kunt gebruiken zijn:
De Sint-MaartenHet Sint-Maarten
Aanwijzend voornaamwoord Sint-Maarten
Dit of deze Sint-Maarten: dit Sint-Maarten / deze Sint-Maarten
Dat of die Sint-Maarten: dat Sint-Maarten / die Sint-Maarten

Bezittelijk voornaamwoord Sint-Maarten
Onze of ons Sint-Maarten: onze Sint-Maarten / ons Sint-Maarten
Jouw of jou: jouw Sint-Maarten

Elke of elk Sint-Maarten?
Elke Sint-Maarten / elk Sint-Maarten
Gerelateerd aan Sint-Maarten