De of het simulator? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord simulator? Is het de simulator of het simulator? Het juiste lidwoord dat je voor het woord simulator moet gebruiken is:
De simulator
Aanwijzend voornaamwoord simulator
Dit of deze simulator: deze simulator
Dat of die simulator: die simulator

Bezittelijk voornaamwoord simulator
Onze of ons simulator: onze simulator
Jouw of jou: jouw simulator

Elke of elk simulator?
Elke simulator
Gerelateerd aan simulator