De of het shopping? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord shopping? Is het de shopping of het shopping? Het juiste lidwoord dat je voor het woord shopping moet gebruiken is:
De shopping
Aanwijzend voornaamwoord shopping
Dit of deze shopping: deze shopping
Dat of die shopping: die shopping

Bezittelijk voornaamwoord shopping
Onze of ons shopping: onze shopping
Jouw of jou: jouw shopping

Elke of elk shopping?
Elke shopping
Gerelateerd aan shopping