De of het scoringskans? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord scoringskans? Is het de scoringskans of het scoringskans? Het juiste lidwoord dat je voor het woord scoringskans moet gebruiken is:
De scoringskans
Aanwijzend voornaamwoord scoringskans
Dit of deze scoringskans: deze scoringskans
Dat of die scoringskans: die scoringskans

Bezittelijk voornaamwoord scoringskans
Onze of ons scoringskans: onze scoringskans
Jouw of jou: jouw scoringskans

Elke of elk scoringskans?
Elke scoringskans
Gerelateerd aan scoringskans