De of het schoonmaker? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord schoonmaker? Is het de schoonmaker of het schoonmaker? Het juiste lidwoord dat je voor het woord schoonmaker moet gebruiken is:
De schoonmaker
Aanwijzend voornaamwoord schoonmaker
Dit of deze schoonmaker: deze schoonmaker
Dat of die schoonmaker: die schoonmaker

Bezittelijk voornaamwoord schoonmaker
Onze of ons schoonmaker: onze schoonmaker
Jouw of jou: jouw schoonmaker

Elke of elk schoonmaker?
Elke schoonmaker
Gerelateerd aan schoonmaker