De of het schooltijd? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord schooltijd? Is het de schooltijd of het schooltijd? Het juiste lidwoord dat je voor het woord schooltijd moet gebruiken is:
De schooltijd
Aanwijzend voornaamwoord schooltijd
Dit of deze schooltijd: deze schooltijd
Dat of die schooltijd: die schooltijd

Bezittelijk voornaamwoord schooltijd
Onze of ons schooltijd: onze schooltijd
Jouw of jou: jouw schooltijd

Elke of elk schooltijd?
Elke schooltijd
Gerelateerd aan schooltijd