De of het schoolkameraad? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord schoolkameraad? Is het de schoolkameraad of het schoolkameraad? Het juiste lidwoord dat je voor het woord schoolkameraad moet gebruiken is:
De schoolkameraad
Aanwijzend voornaamwoord schoolkameraad
Dit of deze schoolkameraad: deze schoolkameraad
Dat of die schoolkameraad: die schoolkameraad

Bezittelijk voornaamwoord schoolkameraad
Onze of ons schoolkameraad: onze schoolkameraad
Jouw of jou: jouw schoolkameraad

Elke of elk schoolkameraad?
Elke schoolkameraad
Gerelateerd aan schoolkameraad