De of het schoolangst? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord schoolangst? Is het de schoolangst of het schoolangst? Het juiste lidwoord dat je voor het woord schoolangst moet gebruiken is:
De schoolangst
Aanwijzend voornaamwoord schoolangst
Dit of deze schoolangst: deze schoolangst
Dat of die schoolangst: die schoolangst

Bezittelijk voornaamwoord schoolangst
Onze of ons schoolangst: onze schoolangst
Jouw of jou: jouw schoolangst

Elke of elk schoolangst?
Elke schoolangst
Gerelateerd aan schoolangst