De of het schoenmaakster? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord schoenmaakster? Is het de schoenmaakster of het schoenmaakster? Het juiste lidwoord dat je voor het woord schoenmaakster moet gebruiken is:
De schoenmaakster
Aanwijzend voornaamwoord schoenmaakster
Dit of deze schoenmaakster: deze schoenmaakster
Dat of die schoenmaakster: die schoenmaakster

Bezittelijk voornaamwoord schoenmaakster
Onze of ons schoenmaakster: onze schoenmaakster
Jouw of jou: jouw schoenmaakster

Elke of elk schoenmaakster?
Elke schoenmaakster
Gerelateerd aan schoenmaakster