De of het schepsel? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord schepsel? Is het de schepsel of het schepsel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord schepsel moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord schepsel
Dit of deze schepsel:
dit schepsel
Dat of die schepsel:
dat schepsel
Bezittelijk voornaamwoord schepsel
Onze of ons schepsel:
ons schepsel
Jouw of jou:
jouw schepsel
Elke of elk schepsel?Elk schepsel
Gerelateerd aan schepsel