De of het schaak? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord schaak? Is het de schaak of het schaak? Het juiste lidwoord dat je voor het woord schaak moet gebruiken is:
Het schaak
Aanwijzend voornaamwoord schaak
Dit of deze schaak: dit schaak
Dat of die schaak: dat schaak

Bezittelijk voornaamwoord schaak
Onze of ons schaak: ons schaak
Jouw of jou: jouw schaak

Elke of elk schaak?
Elk schaak
Gerelateerd aan schaak