De of het sauriër? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord sauriër? Is het de sauriër of het sauriër? Het juiste lidwoord dat je voor het woord sauriër moet gebruiken is:
De sauriër
Aanwijzend voornaamwoord sauriër
Dit of deze sauriër: deze sauriër
Dat of die sauriër: die sauriër

Bezittelijk voornaamwoord sauriër
Onze of ons sauriër: onze sauriër
Jouw of jou: jouw sauriër

Elke of elk sauriër?
Elke sauriër
Gerelateerd aan sauriër