De of het sauna? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord sauna? Is het de sauna of het sauna? Het juiste lidwoord dat je voor het woord sauna moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord sauna
Dit of deze sauna:
deze sauna
Dat of die sauna:
die sauna
Bezittelijk voornaamwoord sauna
Onze of ons sauna:
onze sauna
Jouw of jou:
jouw sauna
Elke of elk sauna?Elke sauna
Gerelateerd aan sauna