De of het samenvloeiing? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord samenvloeiing? Is het de samenvloeiing of het samenvloeiing? Het juiste lidwoord dat je voor het woord samenvloeiing moet gebruiken is:
De samenvloeiing
Aanwijzend voornaamwoord samenvloeiing
Dit of deze samenvloeiing: deze samenvloeiing
Dat of die samenvloeiing: die samenvloeiing

Bezittelijk voornaamwoord samenvloeiing
Onze of ons samenvloeiing: onze samenvloeiing
Jouw of jou: jouw samenvloeiing

Elke of elk samenvloeiing?
Elke samenvloeiing
Gerelateerd aan samenvloeiing