De of het ruggespraak? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord ruggespraak? Is het de ruggespraak of het ruggespraak? Het juiste lidwoord dat je voor het woord ruggespraak moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord ruggespraak
Dit of deze ruggespraak:
deze ruggespraak
Dat of die ruggespraak:
die ruggespraak
Bezittelijk voornaamwoord ruggespraak
Onze of ons ruggespraak:
onze ruggespraak
Jouw of jou:
jouw ruggespraak
Elke of elk ruggespraak?Elke ruggespraak
Gerelateerd aan ruggespraak