De of het rozenwater? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord rozenwater? Is het de rozenwater of het rozenwater? Het juiste lidwoord dat je voor het woord rozenwater moet gebruiken is:
Het rozenwater
Aanwijzend voornaamwoord rozenwater
Dit of deze rozenwater: dit rozenwater
Dat of die rozenwater: dat rozenwater

Bezittelijk voornaamwoord rozenwater
Onze of ons rozenwater: ons rozenwater
Jouw of jou: jouw rozenwater

Elke of elk rozenwater?
Elk rozenwater
Gerelateerd aan rozenwater