De of het rozengeur? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord rozengeur? Is het de rozengeur of het rozengeur? Het juiste lidwoord dat je voor het woord rozengeur moet gebruiken is:
De rozengeur
Aanwijzend voornaamwoord rozengeur
Dit of deze rozengeur: deze rozengeur
Dat of die rozengeur: die rozengeur

Bezittelijk voornaamwoord rozengeur
Onze of ons rozengeur: onze rozengeur
Jouw of jou: jouw rozengeur

Elke of elk rozengeur?
Elke rozengeur
Gerelateerd aan rozengeur