De of het rookmelder? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord rookmelder? Is het de rookmelder of het rookmelder? Het juiste lidwoord dat je voor het woord rookmelder moet gebruiken is:
De rookmelder
Aanwijzend voornaamwoord rookmelder
Dit of deze rookmelder: deze rookmelder
Dat of die rookmelder: die rookmelder

Bezittelijk voornaamwoord rookmelder
Onze of ons rookmelder: onze rookmelder
Jouw of jou: jouw rookmelder

Elke of elk rookmelder?
Elke rookmelder
Gerelateerd aan rookmelder