De of het rooftocht? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord rooftocht? Is het de rooftocht of het rooftocht? Het juiste lidwoord dat je voor het woord rooftocht moet gebruiken is:
De rooftocht
Aanwijzend voornaamwoord rooftocht
Dit of deze rooftocht: deze rooftocht
Dat of die rooftocht: die rooftocht

Bezittelijk voornaamwoord rooftocht
Onze of ons rooftocht: onze rooftocht
Jouw of jou: jouw rooftocht

Elke of elk rooftocht?
Elke rooftocht
Gerelateerd aan rooftocht