De of het romer? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord romer? Is het de romer of het romer? Het juiste lidwoord dat je voor het woord romer moet gebruiken is:
De romer
Aanwijzend voornaamwoord romer
Dit of deze romer: deze romer
Dat of die romer: die romer

Bezittelijk voornaamwoord romer
Onze of ons romer: onze romer
Jouw of jou: jouw romer

Elke of elk romer?
Elke romer
Gerelateerd aan romer