De of het roest? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord roest? Is het de roest of het roest? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord roest kunt gebruiken zijn:
De roestHet roest
Aanwijzend voornaamwoord roest
Dit of deze roest: dit roest / deze roest
Dat of die roest: dat roest / die roest

Bezittelijk voornaamwoord roest
Onze of ons roest: onze roest / ons roest
Jouw of jou: jouw roest

Elke of elk roest?
Elke roest / elk roest
Gerelateerd aan roest