De of het richtingsroer? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord richtingsroer? Is het de richtingsroer of het richtingsroer? Het juiste lidwoord dat je voor het woord richtingsroer moet gebruiken is:
Het richtingsroer
Aanwijzend voornaamwoord richtingsroer
Dit of deze richtingsroer: dit richtingsroer
Dat of die richtingsroer: dat richtingsroer

Bezittelijk voornaamwoord richtingsroer
Onze of ons richtingsroer: ons richtingsroer
Jouw of jou: jouw richtingsroer

Elke of elk richtingsroer?
Elk richtingsroer
Gerelateerd aan richtingsroer