De of het richter? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord richter? Is het de richter of het richter? Het juiste lidwoord dat je voor het woord richter moet gebruiken is:
De richter
Aanwijzend voornaamwoord richter
Dit of deze richter: deze richter
Dat of die richter: die richter

Bezittelijk voornaamwoord richter
Onze of ons richter: onze richter
Jouw of jou: jouw richter

Elke of elk richter?
Elke richter
Gerelateerd aan richter