De of het retoricus? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord retoricus? Is het de retoricus of het retoricus? Het juiste lidwoord dat je voor het woord retoricus moet gebruiken is:
De retoricus
Aanwijzend voornaamwoord retoricus
Dit of deze retoricus: deze retoricus
Dat of die retoricus: die retoricus

Bezittelijk voornaamwoord retoricus
Onze of ons retoricus: onze retoricus
Jouw of jou: jouw retoricus

Elke of elk retoricus?
Elke retoricus
Gerelateerd aan retoricus