De of het restantbewijs? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord restantbewijs? Is het de restantbewijs of het restantbewijs? Het juiste lidwoord dat je voor het woord restantbewijs moet gebruiken is:
Het restantbewijs
Aanwijzend voornaamwoord restantbewijs
Dit of deze restantbewijs: dit restantbewijs
Dat of die restantbewijs: dat restantbewijs

Bezittelijk voornaamwoord restantbewijs
Onze of ons restantbewijs: ons restantbewijs
Jouw of jou: jouw restantbewijs

Elke of elk restantbewijs?
Elk restantbewijs
Gerelateerd aan restantbewijs