De of het rendez-vous? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord rendez-vous? Is het de rendez-vous of het rendez-vous? Het juiste lidwoord dat je voor het woord rendez-vous moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord rendez-vous
Dit of deze rendez-vous:
dit rendez-vous
Dat of die rendez-vous:
dat rendez-vous
Bezittelijk voornaamwoord rendez-vous
Onze of ons rendez-vous:
ons rendez-vous
Jouw of jou:
jouw rendez-vous
Elke of elk rendez-vous?Elk rendez-vous
Gerelateerd aan rendez-vous