De of het religiositeit? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord religiositeit? Is het de religiositeit of het religiositeit? Het juiste lidwoord dat je voor het woord religiositeit moet gebruiken is:
De religiositeit
Aanwijzend voornaamwoord religiositeit
Dit of deze religiositeit: deze religiositeit
Dat of die religiositeit: die religiositeit

Bezittelijk voornaamwoord religiositeit
Onze of ons religiositeit: onze religiositeit
Jouw of jou: jouw religiositeit

Elke of elk religiositeit?
Elke religiositeit
Gerelateerd aan religiositeit