De of het rekensom? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord rekensom? Is het de rekensom of het rekensom? Het juiste lidwoord dat je voor het woord rekensom moet gebruiken is:
De rekensom
Aanwijzend voornaamwoord rekensom
Dit of deze rekensom: deze rekensom
Dat of die rekensom: die rekensom

Bezittelijk voornaamwoord rekensom
Onze of ons rekensom: onze rekensom
Jouw of jou: jouw rekensom

Elke of elk rekensom?
Elke rekensom
Gerelateerd aan rekensom