De of het reisplanner? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord reisplanner? Is het de reisplanner of het reisplanner? Het juiste lidwoord dat je voor het woord reisplanner moet gebruiken is:
De reisplanner
Aanwijzend voornaamwoord reisplanner
Dit of deze reisplanner: deze reisplanner
Dat of die reisplanner: die reisplanner

Bezittelijk voornaamwoord reisplanner
Onze of ons reisplanner: onze reisplanner
Jouw of jou: jouw reisplanner

Elke of elk reisplanner?
Elke reisplanner
Gerelateerd aan reisplanner