De of het reis? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord reis? Is het de reis of het reis? Het juiste lidwoord dat je voor het woord reis moet gebruiken is:
De reis
Aanwijzend voornaamwoord reis
Dit of deze reis: deze reis
Dat of die reis: die reis

Bezittelijk voornaamwoord reis
Onze of ons reis: onze reis
Jouw of jou: jouw reis

Elke of elk reis?
Elke reis
Gerelateerd aan reis