De of het rechtsongelijkheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord rechtsongelijkheid? Is het de rechtsongelijkheid of het rechtsongelijkheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord rechtsongelijkheid moet gebruiken is:
De rechtsongelijkheid
Aanwijzend voornaamwoord rechtsongelijkheid
Dit of deze rechtsongelijkheid: deze rechtsongelijkheid
Dat of die rechtsongelijkheid: die rechtsongelijkheid

Bezittelijk voornaamwoord rechtsongelijkheid
Onze of ons rechtsongelijkheid: onze rechtsongelijkheid
Jouw of jou: jouw rechtsongelijkheid

Elke of elk rechtsongelijkheid?
Elke rechtsongelijkheid
Gerelateerd aan rechtsongelijkheid