De of het rechtsgeleerdheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord rechtsgeleerdheid? Is het de rechtsgeleerdheid of het rechtsgeleerdheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord rechtsgeleerdheid moet gebruiken is:
De rechtsgeleerdheid
Aanwijzend voornaamwoord rechtsgeleerdheid
Dit of deze rechtsgeleerdheid: deze rechtsgeleerdheid
Dat of die rechtsgeleerdheid: die rechtsgeleerdheid

Bezittelijk voornaamwoord rechtsgeleerdheid
Onze of ons rechtsgeleerdheid: onze rechtsgeleerdheid
Jouw of jou: jouw rechtsgeleerdheid

Elke of elk rechtsgeleerdheid?
Elke rechtsgeleerdheid
Gerelateerd aan rechtsgeleerdheid