De of het radiomonteur? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord radiomonteur? Is het de radiomonteur of het radiomonteur? Het juiste lidwoord dat je voor het woord radiomonteur moet gebruiken is:
De radiomonteur
Aanwijzend voornaamwoord radiomonteur
Dit of deze radiomonteur: deze radiomonteur
Dat of die radiomonteur: die radiomonteur

Bezittelijk voornaamwoord radiomonteur
Onze of ons radiomonteur: onze radiomonteur
Jouw of jou: jouw radiomonteur

Elke of elk radiomonteur?
Elke radiomonteur
Gerelateerd aan radiomonteur