De of het raadsel? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord raadsel? Is het de raadsel of het raadsel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord raadsel moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord raadsel
Dit of deze raadsel:
dit raadsel
Dat of die raadsel:
dat raadsel
Bezittelijk voornaamwoord raadsel
Onze of ons raadsel:
ons raadsel
Jouw of jou:
jouw raadsel
Elke of elk raadsel?Elk raadsel
Gerelateerd aan raadsel