De of het proteïne? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord proteïne? Is het de proteïne of het proteïne? Het juiste lidwoord dat je voor het woord proteïne moet gebruiken is:
De proteïne
Aanwijzend voornaamwoord proteïne
Dit of deze proteïne: deze proteïne
Dat of die proteïne: die proteïne

Bezittelijk voornaamwoord proteïne
Onze of ons proteïne: onze proteïne
Jouw of jou: jouw proteïne

Elke of elk proteïne?
Elke proteïne
Gerelateerd aan proteïne