De of het prorector? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord prorector? Is het de prorector of het prorector? Het juiste lidwoord dat je voor het woord prorector moet gebruiken is:
De prorector
Aanwijzend voornaamwoord prorector
Dit of deze prorector: deze prorector
Dat of die prorector: die prorector

Bezittelijk voornaamwoord prorector
Onze of ons prorector: onze prorector
Jouw of jou: jouw prorector

Elke of elk prorector?
Elke prorector
Gerelateerd aan prorector