De of het proeftijd? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord proeftijd? Is het de proeftijd of het proeftijd? Het juiste lidwoord dat je voor het woord proeftijd moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord proeftijd
Dit of deze proeftijd:
deze proeftijd
Dat of die proeftijd:
die proeftijd
Bezittelijk voornaamwoord proeftijd
Onze of ons proeftijd:
onze proeftijd
Jouw of jou:
jouw proeftijd
Elke of elk proeftijd?Elke proeftijd
Gerelateerd aan proeftijd