De of het probleemdrinker? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord probleemdrinker? Is het de probleemdrinker of het probleemdrinker? Het juiste lidwoord dat je voor het woord probleemdrinker moet gebruiken is:
De probleemdrinker
Aanwijzend voornaamwoord probleemdrinker
Dit of deze probleemdrinker: deze probleemdrinker
Dat of die probleemdrinker: die probleemdrinker

Bezittelijk voornaamwoord probleemdrinker
Onze of ons probleemdrinker: onze probleemdrinker
Jouw of jou: jouw probleemdrinker

Elke of elk probleemdrinker?
Elke probleemdrinker
Gerelateerd aan probleemdrinker