De of het presentator? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord presentator? Is het de presentator of het presentator? Het juiste lidwoord dat je voor het woord presentator moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord presentator
Dit of deze presentator:
deze presentator
Dat of die presentator:
die presentator
Bezittelijk voornaamwoord presentator
Onze of ons presentator:
onze presentator
Jouw of jou:
jouw presentator
Elke of elk presentator?Elke presentator
Gerelateerd aan presentator