De of het preek? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord preek? Is het de preek of het preek? Het juiste lidwoord dat je voor het woord preek moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord preek
Dit of deze preek:
deze preek
Dat of die preek:
die preek
Bezittelijk voornaamwoord preek
Onze of ons preek:
onze preek
Jouw of jou:
jouw preek
Elke of elk preek?Elke preek
Gerelateerd aan preek