De of het precursor? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord precursor? Is het de precursor of het precursor? Het juiste lidwoord dat je voor het woord precursor moet gebruiken is:
De precursor
Aanwijzend voornaamwoord precursor
Dit of deze precursor: deze precursor
Dat of die precursor: die precursor

Bezittelijk voornaamwoord precursor
Onze of ons precursor: onze precursor
Jouw of jou: jouw precursor

Elke of elk precursor?
Elke precursor
Gerelateerd aan precursor