De of het poolshoogte? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord poolshoogte? Is het de poolshoogte of het poolshoogte? Het juiste lidwoord dat je voor het woord poolshoogte moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord poolshoogte
Dit of deze poolshoogte:
deze poolshoogte
Dat of die poolshoogte:
die poolshoogte
Bezittelijk voornaamwoord poolshoogte
Onze of ons poolshoogte:
onze poolshoogte
Jouw of jou:
jouw poolshoogte
Elke of elk poolshoogte?Elke poolshoogte
Gerelateerd aan poolshoogte