De of het polsader? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord polsader? Is het de polsader of het polsader? Het juiste lidwoord dat je voor het woord polsader moet gebruiken is:
De polsader
Aanwijzend voornaamwoord polsader
Dit of deze polsader: deze polsader
Dat of die polsader: die polsader

Bezittelijk voornaamwoord polsader
Onze of ons polsader: onze polsader
Jouw of jou: jouw polsader

Elke of elk polsader?
Elke polsader
Gerelateerd aan polsader