De of het poëtica? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord poëtica? Is het de poëtica of het poëtica? Het juiste lidwoord dat je voor het woord poëtica moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord poëtica
Dit of deze poëtica:
deze poëtica
Dat of die poëtica:
die poëtica
Bezittelijk voornaamwoord poëtica
Onze of ons poëtica:
onze poëtica
Jouw of jou:
jouw poëtica
Elke of elk poëtica?Elke poëtica
Gerelateerd aan poëtica