De of het plechtigheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord plechtigheid? Is het de plechtigheid of het plechtigheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord plechtigheid moet gebruiken is:
De plechtigheid
Aanwijzend voornaamwoord plechtigheid
Dit of deze plechtigheid: deze plechtigheid
Dat of die plechtigheid: die plechtigheid

Bezittelijk voornaamwoord plechtigheid
Onze of ons plechtigheid: onze plechtigheid
Jouw of jou: jouw plechtigheid

Elke of elk plechtigheid?
Elke plechtigheid
Gerelateerd aan plechtigheid